Blog

Wiebe Wieling stelt kritische vragen over Pim Mulier

Mulier de sleutelfiguur in de vroege sportwereld in Nederland

 

Promotie Daniel Rewijk op de Captain van Jong Holland voltooid na monnikenwerk

 

Door: Mark Hilberts Groningen

 

 

‘Pim Mulier leeft’ ondervond de kersverse promovendus Daniel Rewijk. De belangstelling van kranten, radio en TV programma’s was al dagen voor de vandaag verschenen biografie overweldigend.

Duizenden archiefstukken gingen door zijn handen, acht jaar speuren in de nalatenschap van Pim Mulier, de sportlegende had docent geschiedenis aan de KSG in Hoofddorp Daniel Rewijk (38) er in zijn vrije tijd graag voor over. In het academiegebouw in Groningen verdedigde hij met glans zijn proefschrift.

Mulier stond aan de basis van veel sportevenementen, zoals de organisatie van de Elfstedentocht. Daarom kreeg Wiebe Wieling, Voorzitter van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elfsteden de eer om als eerste naar goed wetenschappelijk gebruik een kritische vraag te stellen aan Rewijk.

Wieling vroeg zich af waarom in 1909 de Elfstedenvereniging de organisatie van de Elfstedentocht overnam van Friesche IJsbond, twee weken nadat Minne Hoekstra de eerste editie van de Tocht op zijn naam had geschreven.

„ Omdat De Friesche IJsbond eigenlijk eenmalig een Elfstedentocht wilde organiseren en moeite had met het wedstrijdelement in de Tocht”, diende Daniel Rewijk direct van repliek.

„Daarnaast boterde het al jaren niet tussen Mr. Hielkema van de Friesche ijsbond en Mr. Hepkema die al eerder plannen bleek te hebben voor de organisatie van een Elfstedentocht. Hepkema wilde in 1909 ook meedoen aan de Tocht, maar was te laat met zijn aanmelding en mocht niet van start. Dat zette veel kwaad bloed”, vervolgde Rewijk.

„ Waarom stond Pim Mulier niet aan de start bij de Elfstedentocht in 1909”, vroeg Wieling zich af. Ook hiermee bracht hij Rewijk niet van slag.

Rewijk: „Pim Mulier bleef in Den haag op 2 januari 1909, hij had de kant van Mr. Hepkema gekozen, en was een groot voorstander van het wedstrijdelement in de Elfstedentocht. Hij zag in de Elfstedentocht mogelijkheden om nieuwe nationale helden te creëren en de Friese schaatstraditie als onderdeel van de authentieke Nederlandse cultuur.

Het onderzoek naar de Nederlandse sport aan het begin van de twintigste eeuw zou teveel vanuit het oogpunt van Mulier zijn gedaan door Daniel Rewijk was de kritische noot

„Er waren meer sleutelfiguren in de sport in die tijd en die zijn onderbelicht gebleven” volgens Professor Pascal van de Universiteit van Leuven.

Mulier is volgens Rewijk een sleutelfiguur in de Nederlandse sport geweest. Zorgvuldig koesterde Pim Mulier zijn auraal als oprichter als sportpionier. Minutieus onderzocht Rewijk deze beeldvorming die lang niet altijd met de historische feiten overeenkomt. Zo bleek Pim Mulier geen oprichter van de KNVB te zijn en de Cricketbond.

Hoogleraar Friese taal en letterkunde aan de RUG Fokke Jensma: „ Mulier is door Daniel Rewijk ontkracht als absolute sportpionier.”

Pim Mulier bracht de maatschappelijke betekenis van sport als eerste prominent onder woorden, stelt Daniel Rewijk. Sport gebruiken voor een gezonde levensstijl of opvoedkundige idealen, daarmee was Mulier zijn tijd ver vooruit!

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwe 'IJsmeester' Sytse Prins in Friesch Dagblad 11 maart 2015:

Anton Verhoeven won 60 jaar geleden op 2 maart 1955 de Ronde van Maasland

 

Door: Mark Hilberts

 

Het marathonseizoen is inmiddels afgelopen en vorst van betekenis is er dit jaar nauwelijks geweest. 60 jaar geleden was de winter ook mild, maar met het naderende voorjaar in aantocht kwam het toch nog enkele dagen tot strenge vorst. Genoeg om in het Zuid-Hollandse Maasland op woensdag 2 maart de klassieker uit te schrijven, De Ronde van Maasland, die eveneens gold als het Zuid-Hollands Kampioenschap.

Schaatscrack Anton Verhoeven uit het Noord-Brabantse Dussen die nog kampte met bittere nasmaak overgehouden aan zijn vijfde plaats bij de Elfstedentocht in 1954, na een tumultueuze finish, stond hier getergd aan de start. In het Westland nam hij sportief revanche door deze wedstrijd over 100km te winnen.

 

Op de tweede plaats eindigde na een eindsprint met een miniem verschil schaatstopper Kees Broekman.

Broekman was twee jaar eerder de eerste Nederlander die Europees Kampioen Allround werd. Deze prestatie viel echter samen met de watersnoodramp in 1953 waardoor dit nauwelijks in de publiciteit was gekomen.

Op de 7e plek eindigde Jan Sipkema, de latere voorzitter van de Koninklijke Vereniging De Friesche Elfsteden. Hij studeerde destijds aan de Technische Hogeschool in Delft.

 

Achter Sipkema eindigde de 17 jarige Chris Meeuwisse uit Voorburg. Een jaar later zou hij zich samen met zijn drie broers zich weten te klasseren in de Elfstedentocht in 1956.

Meeuwisse werd later ook bekend omdat hij in 1961 uit de kernploeg deserteerde om de Elfstedentocht te kunnen rijden. Wat hem streng verboden werd. De Elfstedentocht werd in december 1961 op de valreep wegens dooi afgelast.

Als lid en trainer van de Haagse Hardrijdersvereniging Den Haag-Westland leverde hij later een grote verdienste aan de schaatssport. Op de Weissensee zorgde hij ervoor als ‘schaatskapitein’ dat legio toerrijders uit het Westland de 200km wisten uit te schaatsen. In 2011 overleed Meeuwisse.

Op de 9e plaats eindigde de thuisfavoriet J. van de Lely. Ook geen ‘kleine jongen’ op schaatsgebied. Maar liefst vier keer klasseerde hij zich in de top tien in zijn thuiswedstrijd, waarvan de beste klassering zijn overwinning was in 1953, toen de klassieker nog de Tien Dorpentocht heette. In 1956 eindigde hij als 14e in de Elfstedentocht en in 1963 als 22e.

 

Op de 10e plaats eindigde Piet Trooster uit Amsterdam. Trooster was in 1956 al 42 en had een imposante erelijst opgebouwd. Zijn belangrijkste sportieve troef was de winst in de Dorpentocht van Noord-Holland, die hij in 1941 won. Daarnaast klasseerde hij zich vijf keer in de Elfstedenwedstijdtocht waarvan de 13e plaats in De Tocht van 1941 de hoogte klassering opleverde.

Als laatste in de wedstrijd klasseerde zich de 15 jarige G. Klarenbeek uit Bunnik. Het is waarschijnlijk bij deze prestatie gebleven over hem is verder niets te vinden in de schaatsarchieven.

 

Vrouwen startten niet in deze wedstrijd, zij kwamen er bekaaid af in deze tijd.

In de jaren vijftig en zestig heerste er voor deelname van vrouwen aan lange afstandswedstrijden een opvallend conservatief klimaat. Dit in tegenstelling tot de jaren veertig waarin vrouwen als Sjoerdsje Faber, Wobkje Kooistra en Deborah van der Hoorn zich wel konden klasseren in marathonwedstrijden op natuurijs.

Onder toeziend oog van KNSB gedelegeerde Hr. Van Dissel reikte Burgemeester Groot Enzerink in Maasland de prijzen uit. Het daglicht bleef begin maart inmiddels weer langer schijnen zodat de meeste deelnemers ruim voor donker huiswaarts moeten zijn gekeerd. Dat zij deelgenomen hadden aan één van de meest laat verreden natuurijswedstijden in het seizoen, waar 50 jaar na dato op een computer over geschreven zou worden konden zij toen nauwelijks vermoeden.

 

Uitslag 100km van Maasland 2-3-1955

 

1.A. Verhoeven Duusen 3.39.4

2.K. Broekman De Lier

3.D. Kruis Rotterdam

4.P. Smit Amsterdam

5.J. Hoogschagen Alkmaar

6.P. Dullaart Rotterdam

7.J. Sipkema Delft

8.Chr. Meeuwisse Voorburg

9.J. van Lely Maasland

10.P. Trooster Amsterdam

11.G. Klarenbeek Bunnik

 

 

 

Reünie Elfstedentocht 1985

 

 

Reünie Elfstedentocht 1985

Wat zegt het als TV beelden die toen, vandaag exact dertig jaar geleden vertoond zijn over een ‘schaatstocht’ opnieuw geheel worden uitgezonden? Een ‘schaatstocht’ die een verpletterende indruk maakte op de deelnemers, de toeschouwers en heel Nederland. Op die dag, 21 februari 1985, veranderde zwart-wit in kleur. Criticasters werden de mond gesnoerd en de schoonheid van de sport domineerde – voor even- alles en iedereen.

 

De toenmalige ijsmeester Henk Kroes bekent bij de reünie van de Elfstedentocht in 1985 in Hindeloopen, vandaag ook om 05.00 uur te zijn opgestaan om die bijzondere dag te herbeleven. ‘Het was net of ik er weer helemaal inzat’.

Niemand die precies wist wat er te wachten stond. Sponsorbelangen en ploegenspel, leuk en aardig, bij een Elfstedentocht rijdt iedereen voor eigen kans! ‘Zo lang mijn benen bewegen ga ik door voor dat kruisje’, zei Wim Westerveld destijds voorafgaand aan de wedstrijd over zijn tactiek.

 

Als je de nacht voor de Tocht kan slapen moet je over stalen zenuwen beschikken. Van Benthem sliep als een prins. Dolle Dries van Wijhe wist als dat niet het geval was je beter even een paar uurtjes in de hotelbar kon vertoeven en vroeg daar tot verbijstering van de aanwezigen naar de beste sigaren en cognac.

Voor Lenie van der Hoorn en de andere Elfstedenvrouwen was het pas op het allerlaatste moment zeker of zij in de wedstrijdtocht mochten starten. Van vrouwenemancipatie hadden de ingenieurs en bankdirecteuren die het Elfstedenbestuur vormden in 1985 nog nauwelijks gehoord (..) Het E-woord stond al jaren met hoofdletters geschreven voor de ongekroonde koning van de Alternatieve Elfstedentocht.

In plaats van werk-ijs en barre kou zoals hij in Finland en Noorwegen gewend was, moesten er kilometers hardgelopen worden en honderden meters gekluund. Het ijs gleed fantastisch.

De droom kwam niet uit en heel Nederland zag de val op het kluun-tapijt van topfavoriet Jan Roelof Kruithof. Als twaalfde eindigen in de belangrijkste schaatswedstrijd van Nederland is bepaald geen schande voor sporter van 46 jarige leeftijd. Vanochtend is hij voorafgaand aan de reünie eerst naar het kerkhof gegaan waar zijn vrouw begraven ligt. Bij haar graf fluistert hij zachtjes waar hij vandaag naar toe gaat… Het stilstaan bij deze dag gaat over meer dan winnen…

De 13e Elfstedentocht werd een ongekend feest met een schitterende sportieve ontknoping. Spreekstalmeester op de reünie, Jan Kooiman vertelt over de kopgroep waarin hij streed met Jos Niesten, Henri Ruitenberg en de dekselse Evert van Benthem die de sprint won.

Van Benthem, 15 jaar geleden geëmigreerd naar Canada is er niet bij, maar heeft een ontroerende brief geschreven die Kooiman voorleest.

Lenie van der Hoorn, de koningin van de alternatieve Elfstedentocht presteerde het wel om ook de enige echte Tocht te winnen na de nodige ontberingen en overwinnen van knulligheden. ‘Als drinken kreeg ik van een verzorger een loodzware tas met ongepelde sinaasappels aangereikt terwijl Betty Westerveld en Ineke Kooiman jacht op mij maakten.

Rein Jonker zou met een helikopter bevoorraad worden tijdens de wedstrijd, de helikopter mocht echter niet opstijgen vanwege het mistige weer. De mannen en vrouwen bulderen van het lachen.

De jongste wedstrijdrijder van die Tocht in 1985 is inmiddels 56 en de oudste 79. Eén ding is zeker als het er weer van komt zeggen zal weer alles compleet nieuw zijn voor de huidige rijders, het bestuur, de media en de toeschouwers, net als toen. Natuurlijk gaat dat goed komen zeggen Bennie van der Weide en Omrop Fryslân boegbeeld Eelke Lok. Gewoon omdat het kan!

Mark Hilberts

 

Copyright © All Rights Reserved